Hoofdcategorieën
Home » Overige » Schrijfwedstrijd. » Slechterik
Schrijfwedstrijd.
Slechterik
Hij probeerde alleen maar te helpen. Hij wou de wereld alleen maar een betere plek maken. Maar nu was hij de boeman. Nu had hij het gedaan. Nu was hij de slechterik uit de vele verhalen die Louis hem altijd vertelde. En hij vond het niet fijn om de slechterik te zijn.
Hij snapte het niet. Hij snapte niet waarom het zo slecht was wat hij had gedaan. Hij had de wereld immers gezuiverd van welgeteld drie moordenaars. Dat was toch iets goeds? Nu konden ze niemand meer pijn doen. En hoefde Louis geen tijd meer in ze te besteden. Misschien had hij dan wat meer tijd voor hem.
Harry moest toegeven, dat zijn relatie met Louis de laatste tijd wat stroef liep. Maar juist daarom had hij het gedaan. Voor hem. Voor Louis. Zodat hij zich minder druk hoefde te maken over zijn zaken. Want dat deed hij. Veel te veel volgens Harry. En ook al vond Harry het fascinerend om naar zijn verhalen te luisteren. Het werden er teveel.
Hoe hij op het randje van het flatgebouw waar zij hun appartement pas gekocht hadden terecht was gekomen wist hij ook niet precies meer. Het interesseerde hem verder vrij weinig. Het was een prima plek om er een einde aan te maken. Hij kon niet meer verder leven. Niet zonder Louis, en niet na wat hij gedaan had. Want hoe onbegrijpelijk hij het ook vond, hij had fout gezeten. En hij zou ervoor gestraft worden. Door Louis, vermoedde hij. Dat wou hij niet. Hij kon niet verder met zijn leven. Dat was zo bepaald.
Terwijl hij op het randje van het hoge flatgebouw zat, en zijn voeten in de lucht liet bungelen dacht hij aan hoe hij de laatste paar jaren geleefd had. Hoe gelukkig hij was geweest, en hoe dat geluk verpest was binnen een aantal weken.
“Harry?” klonk een stem achter hem. Hij keek verward achterom. Tot zijn verbazing was het Louis die zijn naam had geroepen. Hij was in uniform. Harry hield van zijn uniform, het maakte hem sexy.
“Harry, wat doe je?” vroeg Louis. Harry negeerde de vraag en keek langs hem heen. Louis was niet alleen gekomen. Hij had twee collega’s mee. Harry had ze wel eens gezien, maar herkende er geen namen bij.
“Goedemiddag Louis,” begroette Harry Louis. Hij wist niet zo goed wat hij moest zeggen. Misschien moest hij Louis vragen of hij weg wou gaan, en hem alleen wou laten.
“Wat doe je?” herhaalde de jongen zijn vraag. Opnieuw negeerde Harry deze. “Harry kun je alsjeblieft hier komen?” vroeg Louis. Harry hoorde zijn stem breken en voorspelde dat het niet lang meer zou duren voordat Louis in tranen zou uitbarsten.
Het interesseerde hem niet meer.
Hij schudde zijn hoofd. “Louis ik hou van je,” zei hij.
“Dat weet ik.” Harry glimlachte. “Mooizo,” fluisterde hij en hij zette zich zachtjes van de rand af.
Ik wil een vervolg!